's-Hertogenbosch 21 maart 1810 - aldaar 12 september 1891Huwde aldaar 1840 Antoinette Cecilie Mari Luijben (Waalwijk 14 februari 1813 - 's-Hertogenbosch 25 november 1880) (dochter van Mr. Johannes Lambertus Antonius en Cornelia Jacoba Maria van Roosmalen). In (pj) 1875 Tweede-kamerlid en president arrondissements rechtbank te 's-Hertogenbosch. In 1873/74 werd ten behoeve van de hoofdelijke omslag te 's-Hertogenbosch het inkomen op ƒ 7.000,- geraamd. In (pj) 1875 is de echtgenote actief in de Maatschappij tot verzachting van het lot van behoeftige kraamvrouwen. | 366 |
geboren te 's-Hertogenbosch 21 maart 1810, overleden te 's-Hertogenbosch 12 september 1891
Proefschrift: 'De capacitate donandi et acquirendi titulo gratuito'.
Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw,
| 54 |
geboren te 's Hertogenbosch 21 Mrt. 1810, overleden aldaar 12 Sept. 1891, was de oudste zoon van Dr. Pierre Joseph Willebois en Adriana Cornelia Maria van der Does. Hij studeerde van 1828 aan de hoogeschool te Gent, maar werd 14 Aug. 1832 ingeschreven aan die te Leiden, waar hij 12 Jan. 1833 in de rechten promoveerde op een dissertatie getiteld De capacitate donandi et acquirendi titulo gratuito. Hij vestigde zich als advocaat te 's Hertogenbosch en verkreeg een groote praktijk, maar daar de rechterlijke macht hem meer aantrok, nam hij de benoeming tot rechter in de arrondissementsrechtbank aldaar, waartoe hij 14 Dec. 1845 benoemd werd, aan. Op 22 Nov. 1863 volgde zijn benoeming tot president dier rechtbank.
Hij was een dergenen, die het eerst met den omkeer der roomsch-katholieke staatspartij, toen deze zich van de liberalen afscheidde, medegingen. Op 22 Jan. 1868 werd hij in het kiesdistrict 's Hertogenbosch tot lid der Tweede Kamer gekozen. Hij was een der bekwaamsten onder de roomsch-katholieke leden. Hij was gematigd en naar zijn woord werd geluisterd.
Toen hij bij Koninklijk besluit van 11 Dec. 1875 benoemd werd tot president van het nieuw ingestelde gerechtshof te 's Hertogenbosch, dat behalve Noord-Brabant ook Limburg te berechten had, nam hij ontslag als Kamerlid en verzocht hij bij de verkiezing ter vervulling der opengevallen plaats niet in aanmerking te komen. Op 12 Oct. 1888 werd hem op zijn verzoek met ingang van 1 Jan. 1889 eervol ontslag als president van het hof verleend. Hij verkreeg in 1841 vergunning, den naam zijner moeder en het woordje ‘de’ voor zijn naam te voegen en werd in 1877 in den adel stand verheven.
Hij huwde 15 Jan. 1840 Antonia Cecilia Maria Luyben, geboren 14 Febr. 1813, overleden 25 Mrt. 1880. Hij had bij haar, behalve 4 kinderen die jong stierven, 2 zonen en 5 dochters.
| 1209 |
1904 |
RedactieJhr. Mr. Johannes Maria Benedictus Josephus van der Does de WilleboisNederland's Adelsboek (1904) 580-581 |
Nederland's Adelsboek (1927) 441-442; (1931) 467-468; (1935) 463-464; (1936) 227; (1939) 474; (1953) 374-375; (1954) 333; (1960) 296; (1966) 314
J.M.A. Boots, P.H.A. Calis, F. van den Heuvel en W. de Vries, Het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch 1838-1988 (1988) 54
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 69, 184
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) Bijlage 19, 20, 39, 43, 45-46, 86, 94-95, 97, 103-104, 108, 117, 121, 125, 131, 133, 138, 215
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 302, 328, 366
G.Chr. Kok, Van Raad van Brabant naar gerechtshof 's-Hertogenbosch (2008) 77-84, 296
A.M. Koldeweij, In Buscoducis Bijdragen (1990) 447
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 99, 100, 344
M.G. Wildeman, De Ridderschap van Noordbrabant (1903) No. 90, 99